
Kamerlid

Mondelinge vraag over COPD
Lotte Peeters (N-VA): Mijnheer de minister, op 15 november was het Wereld COPD-dag. Ter gelegenheid daarvan werd in de Kamer een infomoment georganiseerd door experts en vond er een consensusdebat plaats, waaraan onder andere ook mijn collega Depoorter deelnam. De belangrijkste oorzaak voor de ziekte werd daarop besproken. Volgens experts blijft dat roken, maar er werd ook verwezen naar de toename van het aantal vapers als een van de voornaamste redenen dat COPD zo frequent voorkomt in ons land. Preventieve gezondheidszorg is een bevoegdheid van de gemeenschappen, maar ik vraag mij toch af wat wij op federaal vlak kunnen betekenen in de strijd tegen COPD en andere ziektes die het gevolg kunnen zijn van roken en vapen. Welke aanvullende maatregelen zijn volgens u nodig om de bewustwording rond de gezondheidsrisico’s van vapen te versterken?
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Peeters, ik deel uw bezorgdheid. We dienen onze bevolking en in het bijzonder de jongeren te beschermen tegen de risico's van nicotine en tabaksverslaving. We mogen daarbij wel niet uit het oog verliezen dat de bevragingen aantonen dat de meerderheid van de jongeren nog nooit heeft gerookt of een e-sigaret heeft gebruikt. Let wel, zelfs een minderheid is natuurlijk al een probleem. De dalende trend in het gebruik van tabak bij jongeren - ik heb het dan over 12- tot 18-jarigen, waarvoor het verboden is -, blijft zich doorzetten, en dat in alle leeftijdsgroepen. Daarnaast zien we in meerdere EU-lidstaten wel een stijgend aantal jongeren dat soms tot regelmatig een e-sigaret gebruikt. Globaal genomen zegt Filip Lardon in zijn recentste boek dat er daardoor ook een stagnatie optreedt in het roken bij minderjarigen.
Over het gebruik bij kinderen in het lager onderwijs zijn er geen data bekend. De meeste jongeren starten het gebruik van tabak of een e-sigaret rond de leeftijd van 15 jaar. Gelukkig zijn verhalen over nicotinegebruik in het lager onderwijs tot op heden eerder anekdotisch van aard. Dat neemt niet weg dat we onze inspanningen moet voortzetten en versterken voor de realisatie van een rookvrije samenleving. In de interfederale strategie voor een rookvrije generatie zijn al een reeks maatregelen opgenomen die tot een daling van het tabaksgebruik en nicotineproducten moeten leiden, zoals een vermindering van het aantal verkooppunten, het verbod op automaten sinds december 2023, het verbod op tijdelijke verkooppunten sinds begin dit jaar en het verbod op verkoop in grote voedingswinkels en het uitstalverbod vanaf april. Dat moet ertoe leiden dat jongeren veel minder direct in aanraking zullen komen met die verslavende producten. Wie tabak of een e-sigaret wil kopen, zal daar actief naar moeten vragen. Het uitstalverbod bouwt opnieuw een extra drempel in.
Bovendien moet de verkoper ook actief een leeftijdsbewijs vragen, wanneer de klant jonger dan 25 jaar lijkt. Die regel zal van kracht zijn vanaf april 2025. De inspectiediensten hebben ook de juridische mogelijkheid gekregen om het verbod op de verkoop aan minderjarigen te handhaven via controles met mysteryshoppers. Dat is een zeer effectieve manier van controleren. Ik vraag de inspectie om haar inspanningen daarmee aan te houden. Om de aantrekkelijkheid van e-sigaretten te verminderen, moeten we echter verder durven te gaan dan de nu reeds vastgelegde maatregelen, bijvoorbeeld met de invoering van standaardverpakkingen om zo een einde te maken aan de marketing via de verpakking en met het beperken van de smaakjes. In zijn advies van juni 2022 stelt de Hoge Gezondheidsraad dat er nog zeer weinig toxicologische gegevens bekend zijn over de eigenschappen van aroma’s, geuren en smaakstoffen die aan een e-sigaret worden toegevoegd. De Hoge Gezondheidsraad was toen niet gekant tegen het toevoegen van smaakjes is het kader van tabaksontwenningsbeleid, maar aangezien smaakjes e-sigaretten net voor jongeren aantrekkelijk maken en mogelijks het gezondheidsrisico verbergen, zal ik daar binnenkort een nieuw advies over vragen. Enkele lidstaten, zoals Nederland, hebben al initiatieven genomen om het aanbod aan smaakjes bij de e-sigaretten sterk terug te schroeven. We zouden echt sterker staan, indien we een aantal nieuwe initiatieven kunnen nemen binnen de volledige EU. Naast standaardverpakkingen en restricties in smaakjes behoort een EU-brede verhoging van de minimumleeftijd voor tabak en nicotineproducten ook tot de mogelijkheden. Zo nam Ierland al het initiatief om de minimumleeftijd voor tabak en nicotineproducten op te trekken naar 21 jaar.
Ik blijf er bij de Europese Commissie dan ook op aandringen om dringend werk te maken van een herziening van de Tabaksproductenrichtlijn die dateert van 2014. Ik zal alles in het werk stellen binnen mijn bevoegdheden om een rookvrije generatie te kunnen realiseren. Ik reken daarbij op de regionale overheden om blijvend in te zetten op hulp bij rookstop en op de geschikte sensibilisering over de risico’s van tabaks- en nicotinegebruik zowel bij ouders, scholen als bij jongeren zelf. Ik denk dat lokale overheden ook een rol te spelen hebben, met name in het helpen implementeren van een aantal verbodsbepalingen die nu zijn ingegaan met betrekking tot roken op speelpleinen, waar gemeentelijke overheden ook een zekere verantwoordelijkheid dragen. Het gaat om speelpleinen, dierentuinen, attractieparken, ingangen van de openbare bibliotheken, scholen, ziekenhuizen en woonzorgcentra. Die nieuwe regelgeving is in werking getreden sinds eind vorig jaar. In mijn eigen gemeente Tervuren - ik zit daar voor alle duidelijkheid voor niets tussen - heeft de dienst vrije tijd een zeer mooie publicatie gewijd aan die nieuwe maatregelen en wat daarvoor moet gebeuren. Die zeer sensibiliserende publicatie stond in het gemeentelijk informatieblad, waardoor iedereen nu goed op de hoogte is. De publicatie geeft blijk van een zeer groot engagement van het gemeentebestuur om dat beleid te helpen implementeren. Ik denk dat ook andere gemeentebesturen op dat vlak al zeer actief zijn. Dat strekt echt tot aanbeveling. Ik roep de gemeentebesturen echt op om te helpen werk te maken van ons antitabaksbeleid.
Lotte Peeters (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor de geleverde inspanningen in het antitabaksbeleid. Er komt gelukkig inderdaad maar een minderheid van kinderen in aanraking met vapes en sigaretten. Het gaat over anekdotische verhalen.
